Stage lopen als beleidsmedewerker

25 jaar oud ben ik, dat is al iets ouder dan de gemiddelde derdejaars Sociologie student. Ook heb ik niet het meest gemiddelde pad bewandeld om op de universiteit terecht te komen. Ik kom namelijk niet vanuit het VWO, maar heb een MBO 4 diploma en een Hbo-propedeuse diploma. Heel lang wist ik niet wat ik wilde worden en dus ook niet wat ik wilde gaan studeren. Het enige wat altijd duidelijk terug kwam, is dat ik mensen wilde helpen. Na heel wat jaren en heel wat verschillende “toch-net-niet” studies, ben ik maar gaan werken. Toen ik eenmaal 1,5 jaar voor de gemeente Tilburg gewerkt had wist ik het, ik wil beleidsmedewerker worden! 

Het beroep van beleidsmedewerker sprak mij vooral aan door de afwisseling in het werk, het analyseren en adviseren en de mogelijkheid om op grote schaal door middel van beleid mensen te kunnen helpen. Sociologie werd voor mij de opleiding om op die plek terecht te kunnen komen. Ik kon niet wachten om het werk echt te gaan ontdekken en nog voordat jaar 3 van de opleiding officieel begonnen was, liep ik al stage. 

Mijn stageplek heb ik gevonden door contact te zoeken via LinkedIn met beleidsmedewerkers in verschillende gemeentes. Ik heb toen bewust gekozen voor een kleinere gemeente omdat ik dan bij veel verschillende taken van de functie mee zou kunnen kijken. De uiteindelijke stageplek is de gemeente geworden waar ik ben opgegroeid; Reusel-De Mierden. Een kleine gemeente met ongeveer 13.000 inwoners, die mijn hulp goed kon gebruiken.

De stageopdracht

Op 26 juli, vlak na de laatste hertentamens van jaar 2, ben ik begonnen met mijn stage. Ik was bewust al in de zomervakantie begonnen zodat ik meteen zo veel mogelijk uren per week kon werken. Het voordeel hiervan was dat ik niet hoefde na te denken over huiswerk en andere schoolgerelateerde zaken ernaast. Achteraf gezien was dit wellicht niet de beste keuze omdat dit betekende dat veel collega’s die ik nodig had voor input op vakantie zouden zijn. Ook mijn stagebegeleider ging na mijn eerste week stage drie weken lang op vakantie. Dit betekende dat ik al heel snel zelfstandig mijn taken moest uitvoeren. De hoofdopdracht waarbij zij mijn hulp goed konden gebruiken ging over de uitvoering van de Participatiewet. Met name over de doelgroep Nuggers (Niet-uitkeringsgerechtigden). De bedoeling was om te inventariseren om hoeveel mensen het in de Kempengemeenten ongeveer zou gaan, hoe je deze doelgroep het beste kan bereiken en welke hulp de gemeente aan deze groep zou kunnen bieden. Dit wilde de gemeente graag hebben omdat er momenteel geen beleid op papier staat hoe dit het beste kan. Het enige dat er is, is de Participatiewet die stelt dát je deze groep mensen moet helpen, maar niet hoe precies.

Het enige dat er is, is de Participatiewet die stelt dát je deze groep mensen moet helpen, maar niet hoe precies

Met deze opdracht ben ik aan de slag gegaan door eerst zo veel mogelijk mensen te spreken die ook maar iets afwisten van deze situatie. Van participatiecoaches (bij de uitvoeringsinstantie van de Kempen, genaamd KempenPlus) tot externe partijen in de regio die mogelijk al hulp aan deze groep mensen boden. Ik liep al snel tegen het probleem aan dat doordat deze mensen geen recht hebben op een uitkering, deze mensen ook vaak niet in systemen staan. Het was dus onmogelijk om definitieve cijfers te vinden over de grootte van deze groep. Uiteindelijk heb ik een schatting kunnen maken door data die wel beschikbaar was, maar deze was nog steeds erg ruim (+-400 tot 3000 mensen in de regio).

Daarnaast heb ik enorm veel literatuur gezocht en gelezen over dit onderwerp. Ik kwam er zo achter dat de meeste stukken van vóór de invoering van de Participatiewet waren (vóór 2015) en dus niet meer zo relevant waren voor mij. Ik kwam er ook achter dat er maar enkele gemeenten in Nederland überhaupt actief beleid hebben voor deze doelgroep, wat ik raar vond omdat de wet wel stelt dat deze groep geholpen moet worden. Als er wel beleid was, ging dit meestal alleen over de groep Nuggers tussen de 18 en 27 jaar, wat ook het geval is in Tilburg bijvoorbeeld. Gemeenten zijn daarnaast niet stellig om deze groep te helpen omdat dit de gemeente niet direct geld oplevert, wat het helpen van een uitkeringsgerechtigde wel doet. Daarom wilde de gemeente Reusel-De Mierden ook het liefst een plan wat de gemeente niet te veel geld zou kosten.

Uiteindelijk had ik dus een opdracht waarvan onbekend was om hoeveel mensen het precies ging, moest ik zorgen dat mijn plan niet te veel geld zou kosten en moest ik bedenken hoe je een groep mensen bereikt die nergens in systemen bekend zijn.

Resultaat

Mijn uiteindelijke plan aan de gemeente werden verschillende praktische handvatten. Zowel de gemeente als de uitvoeringsinstantie kunnen dit gebruiken om de Nuggers zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maar ook om deze groep zelf te kunnen gaan benaderen. Het belangrijkste hulpmiddel wat ik gemaakt heb, is een stroomschema (lees: beslisboom) wat de participatiecoaches kunnen gebruiken om te zien of zij de juiste partij zijn om deze Nugger te helpen of dat een andere partij dit beter zou kunnen doen. Omdat het allemaal bestaande partijen zijn in dit schema, kost dit de gemeente geen extra geld want deze bedrijven zijn momenteel ook al ingesteld op deze doelgroep.

Naast het stroomschema wat gebruikt kan worden zodra de Nuggers aankloppen voor hulp, was het ook belangrijk dat ze überhaupt weten dit ze hulp kunnen ontvangen. Hiervoor heb ik een communicatieplan opgesteld met verschillende voorbeelden hoe zij deze groep zelf kunnen bereiken, maar ook hoe ze juist samenwerkingspartners zoals het UWV of RMC (regionaal meld- en coördinatiefunctie) kunnen inzetten hiervoor.

Samenwerkingen met andere partijen is achteraf gezien een enorm groot aspect uit het plan geworden. Veel partijen wisten niet van elkaars bestaan af, ook de gemeente wist vaak niet dat er partijen in de regio waren die deze hulp ook (gratis) kunnen bieden aan deze  doelgroep. Door al deze partijen met elkaar in contact te brengen hoop ik zo dat het voor zowel de Nuggers als de gemeente steeds makkelijker wordt, en dat de nugger sneller op de juiste plek geholpen kan worden.

Na de stage

Op mijn verjaardag op 7 oktober, was mijn laatste stagedag alweer. Dubbel feest natuurlijk. Mijn geschreven plan gaat nu omgezet worden naar beleidsregels en zal rond januari 2022 hopelijk door het College van Bestuur en de Raad goedgekeurd worden. Als dit gebeurd, zal mijn plan officieel toegepast gaan worden in vier verschillende gemeentes in de Kempen en de uitvoeringsinstantie KempenPlus. Iets waar ik enorm trots op ben en waarvan ik hoop dat ik op nationaal niveau ook verschil kan gaan maken ooit. Voor nu, eerst afstuderen!

Share This Post
Written by Simone Willekens
➡️ Student Assistent for Socio-Hub ➡️ BA Sociology with a major in Urban Problems and a minor in Developmental Psychology