‘Er is geen armoede in Nederland.’ Toch wel een erg controversiële uitspraak om een column mee te beginnen. Zeker aangezien er toch wel vele aanwijzingen van arme mensen zijn in onze samenleving. Allereerst getuigen alle mensen in de bijstand tegen deze uitspraak. Daarnaast zal ook menig dakloze in de randstad hiertegen pleiten. Toch blijf ik achter deze uitspraak staan en ik zal uitleggen waarom.
Om te beginnen is de aanwezigheid van enkele armen geen bewijs voor armoede. Armoede is per definitie een probleem. Zodra er geconcludeerd wordt dat er armoede is moet er ook een oplossing voor komen en die hebben we al bedacht door middel van sociaal beleid. Echter valt te betwisten of er een ‘armoedeprobleem’ is in Nederland. Ja er zijn mensen arm, maar er hebben bijvoorbeeld ook mensen honger. Is er daarom een ‘hongerprobleem’ in Nederland? Het antwoord hierop zal voor veel mensen nee zijn. Zo kan hetzelfde beargumenteerd worden voor het huizentekort. Als er een paar mensen zonder huis zijn, wordt er nog niet gesproken over een huizenprobleem. Pas als dit aantal significant toeneemt, zal dit geduid worden als een probleem waar iets aan gedaan moet worden. Dus als er een klein aantal armen in een land is kan op dezelfde manier gesteld worden dat er geen armoede is. De vraag is nu of er een significant genoeg aantal mensen in Nederland arm is om te spreken van een probleem.
Aan de ene kant zou je kunnen beargumenteren van niet aangezien het aantal echt arme mensen in Nederland niet heel groot is. Er zijn echter wel een aanzienlijk aantal mensen in Nederland die gebruik maken van de bijstand en daarmee als arm gezien kunnen worden. De bijstand is gerelateerd aan de minimale benodigdheden die een persoon nodig heeft om te overleven in Nederland. De vraag is nu of iemand die in de bijstand zit als arm gezien kan worden omdat diegene de goederen toebedeelt krijgt om niet arm te zijn. Als de conclusie getrokken wordt dat iemand die in de bijstand zit arm is faalt het bijstandsbeleid bitterlijk aangezien de hele bijstand er is om mensen uit armoede te helpen. In deze gedachte kan wel gesteld worden dat er wel armen zijn in Nederland, maar geen armoedeprobleem, eerder falen van sociaal beleid. Dit falen kan deels vertaald en uitgelegd worden door een communicatieprobleem.
Dit communicatieprobleem kan op twee manieren weergegeven worden. Allereerst wordt door het stellen dat er een armoedeprobleem is in Nederland de echte armoede in derdewereldlanden gebagatelliseerd. Door dezelfde term te gebruiken voor mensen die niks hebben in een arm Afrikaans land en arme Nederlanders bagatelliseer je aan de ene kant het probleem dat ze daar hebben en aan de andere kant zorgt dat in Nederland ook voor problemen. In een meritocratisch gerichte samenleving zoals Nederland hangt er namelijk een bepaalde schande rondom armoede. Deze schande die armen ervaren kan voor mentale problemen zorgen omdat nu alle armen in hetzelfde hokje geduwd worden. Hierdoor kunnen armen zich in hetzelfde straatje gezet voelen als mensen die echt niks hebben, en zullen ze er alles aan doen om maar niet arm over te komen. Dit resulteert weer in dure aankopen die ze doen om erbij te horen.
Daarnaast zou ik willen stellen dat het bereik waarvoor het woord ‘armoede’ gebruikt wordt te groot is. Het begrip armoede is erg lastig te definiëren en dat komt deels omdat het erg breed gebruikt wordt. Zielige kindjes in Afrika zijn arm en mensen die 1058 euro per maand verdienen zijn ook arm,om maar 2 extremen te nemen. Taal en de termen die gebruikt worden hebben direct invloed op hoe mensen zich voelen over hun situatie. Op vele andere gebieden zijn er al nieuwe termen bedacht om het minder kwetsend te maken voor de mensen over wie het gaat. Zo is het woord allochtoon uit den boze en waag het niet om het N woord te gebruiken. Daarom zou ik pleiten dat er in Nederland geen armoede is, aangezien die term geen recht doet aan de situatie die er is. De situatie die er wel is, is dat er armen zijn die we proberen te helpen door middel van uitkeringen.
Concluderend zijn er in Nederland wel armen maar is er geen armoede en kan er beter gesproken worden over hoe het sociale beleid verder geperfectioneerd en beter gecommuniceerd kan worden.