Inleiding
In de afgelopen jaren is er veel aandacht gekomen voor LHBTI+ gelijkheid en zijn er
wetten gemaakt om LHBTI+ mensen te beschermen tegen verschillende vormen van
discriminatie. Zo maakt het vanaf begin 2024 niet meer uit wat iemands seksuele geaardheid is
als die bloed wil doneren (NU.nl, 2023a). LHBTI+ individuen zijn mensen die lesbisch,
homoseksueel, biseksueel, transgender of intersekse zijn of op een andere manier zich niet
identificeren met een heteronormatief label. Volgens de American Psychological Association
(2023) wordt de term “transgender” omschreven als een overkoepelende term voor mensen
wiens genderidentiteit (iemands gevoel van mannelijkheid of vrouwelijkheid) of expressie
(kleding, gedrag, etc.) niet overeenkomt met geslacht dat is vastgesteld bij de geboorte. De
algemene ondergrens van het aantal transgenderpersonen in Nederland die volgens het Sociaal
Plan Bureau wordt aangehouden is 0,6-0,7% van de bevolking (Transgender Netwerk Nederland,
2023b). Ondanks de aandacht voor onderwerpen rondom LHBTI+ personen blijven zij nog
steeds sociale uitsluiting, vooroordelen en discriminatie ervaren. In 2022 steeg het aantal
meldingen van transdiscriminatie (transfobie) behoorlijk bij discriminatiemeldpunten: 78
meldingen in 2001 naar 148 meldingen in 2022. Ook bij de organisatie Transgender Netwerk
stegen de cijfers van meldingen flink: van 21 meldingen in 2021 naar 46 meldingen in 2022
(Transgender Netwerk Nederland, 2023a).
In juli 2023 werd Rikkie Kolle de eerste transgendervrouw die de verkiezing Miss
Nederland won. Uiteindelijk werd dit wereldnieuws. Men zou verwachten dat dit zou duiden op
meer zichtbaarheid en acceptatie van transgenderpersonen in Nederland, maar niets was minder
waar. Na deze verkiezing gewonnen te hebben, kreeg Rikkie te maken met haatberichten en
doodsbedreigingen. Ook politici veroordeelden de winst van Rikkie via sociale media (NU.nl, 2023b). Transfobie is niet alleen een sociale kwestie, maar ook een kwestie van belang voor de
mentale en fysieke gezondheid van deze groep mensen. Zo was er op 30 september 2023 een
demonstratie voor het gebouw van het Radboudumc tegen de lange wachtlijsten die dit
ziekenhuis heeft voor transzorg. Deze wachtlijst van 1020 dagen kost levens, meldde Liethof
(2023). Ook Zeeman et al. (2018) vermeldt dat lange wachtlijsten voor transzorg negatieve
gevolgen heeft voor het emotionele welzijn van transpersonen.
Het onderzoek van Rodriguez et al. (2017) wijst erop dat LHBTI+ individuen vaker
ongunstige ervaringen hebben in de gezondheidszorg dan de algemene bevolking. Dit zijn
ervaringen zoals slechte communicatie met een zorgmedewerker of ontevredenheid met de
geleverde hulp.
Transpersonen zijn volgens dit onderzoek zelfs dusdanig ontevreden dat zij
eerder geneigd zijn om de gezondheidszorg in zijn geheel te ontwijken, ook als het dringend is.
Transpersonen zijn over het algemeen een populatiegroep die ondervertegenwoordigd is
in onderzoek. Weinig is bekend over hoe discriminatie deze groep mensen beïnvloedt (Rodriguez
et al., 2017). Tot ongeveer het jaar 2000 waren er weinig onderzoeken die genderidentiteit
meenamen als variabele in hun vragenlijsten (Jennings et al., 2019). Wegens de recente cijfers en
ontwikkelingen rondom transgenderdiscriminatie en omdat transpersonen een groep zijn die
klaarblijkelijk niet vaak wordt meegenomen in onderzoek, worden in deze literatuurreview
meerdere studies naast elkaar gelegd om een duidelijker beeld te krijgen van hoe transpersonen
discriminatie ervaren in de gezondheidszorg en wat voor gevolgen dit uiteindelijk kan hebben
voor hun fysieke en mentale gezondheid. Als eerst wordt er gekeken naar waar discriminatie
tegen transpersonen in de gezondheidszorg vandaan komt. Daarna wordt er dieper gekeken naar
een aantal voorbeelden van discriminatie die transpersonen ervaren en wat voor potentiële
gevolgen dit heeft op hun gezondheid. Eventuele suggesties die de literatuur geeft over discriminatie- en ongelijkheidspreventie worden ook besproken. Vervolgens wordt er op basis
van alle literatuur een conclusie getrokken over of en hoe de discriminatie die transpersonen
ervaren bijdraagt aan ongelijkheid in de gezondheidszorg.
Oorzaken en voorbeelden discriminatie
Om een beter beeld te krijgen van ongelijkheid in de gezondheidszorg voor
transpersonen, is het belangrijk om te kijken wat de oorzaak is van deze ongelijkheid.
Ongelijkheid in de gezondheidszorg komt volgens Zeeman et al. (2018) voort uit
heteronormativiteit. Dit is een concept dat ervan uitgaat dat heteroseksuele en cisgender
(niet-trans) personen de norm zijn. LHBTI+ individuen ontvangen daardoor zorg in een
omgeving die ervan uitgaat dat zij cisgender of heteroseksueel zijn. Omdat LHBTI+ individuen
afwijken van de norm, kunnen zij te maken krijgen met discriminatie of vooroordelen. In het
geval van transgenderpersonen is dit evident, omdat zij makkelijker worden herkend als zijnde
transgender dan lesbische, homoseksuele of biseksuele individuen (Kcomt, 2018). Voorbeelden
van deze discriminatie en vooroordelen worden in het onderzoek van Rodriguez et al. (2017)
benoemd. In dit onderzoek wordt vermeld dat onwetendheid en het ongemak van de
zorgmedewerker richting de transpatiënt een grote rol spelen in de discriminatie van
transgenderpersonen in de gezondheidszorg. De zorgmedewerker kan ook andere vooroordelen
hebben over de mentale gesteldheid van de transpatiënt als gevolg van gebrekkige informatie.
Deze vooroordelen over de mentale gesteldheid van een transpatiënt worden potentieel door
Poteat et al. (2013) verklaard. Zij stellen dat het onder zorgverleners bekend is dat
transgenderpersonen discriminatie ervaren en dat zij juist daardoor vaker te maken hebben met mentale- en gedragsproblematiek. Hierdoor zijn sommige transgenderpatiënten lastiger te behandelen, aldus een huisarts.
Het gebrek aan medisch inhoudelijke informatie is volgens Poteat et al. (2013) dusdanig
groot dat ongeveer 50% van transgenderpatiënten hun zorgmedewerker moesten inlichten over
de zorg die zij nodig hadden. Veel transpatiënten hadden het gevoel dat hun huisarts niet
voorbereid was over de onderwerpen die zij wilden bespreken, zoals hormoontherapie. Naast
gebrek aan kennis en competentie van de zorgverlener komt discriminatie van transpatiënten ook
in een directere vorm naar voren volgens Kcomt (2018). Dit onderzoek stelt dat
zorgmedewerkers soms weigeren zorg te bieden aan transpersonen. Ook melden transpersonen
lastig gevallen te worden. Om discriminatie te ontwijken vermelden transpersonen dan niet dat
ze trans zijn wat leidt tot beperkingen in de geleverde zorg en de gezondheid van de patiënt. Dit
punt wordt tevens beaamd in het eerder genoemde onderzoek van Rodriguez et al. (2017). Poteat
et al. (2013) geeft ook voorbeelden van discriminatie jegens transpatiënten in de vorm van
ongepast taalgebruik, de schuld krijgen van hun eigen medische problemen, weigeren om de
patiënt aan te raken en fysiek geweld. Deze ervaringen van discriminatie leiden er vervolgens toe
dat transpersonen soms ontmoedigd worden om hulp te zoeken in de gezondheidszorg. Het kan
hierdoor komen dat zij elders medische hulp gaan zoeken. Zo bleek dat ongeveer de helft van
transpatiënten die hormoontherapie onderging, de hormonen bij iemand anders dan een dokter
had verkregen (Poteat et al., 2013). De discriminatie van transpersonen in de gezondheidszorg
lijkt er dus voor te zorgen dat zij mogelijk geen medische hulp meer zoeken of deze op andere
plekken zoeken bij potentieel ongekwalificeerde mensen.
Ongelijkheid in welzijn
Om de ongelijkheid van transgenderpersonen in de gezondheidszorg in kaart te brengen,
wordt er gekeken naar het welzijn van transpersonen in relatie tot het welzijn van andere groepen
of de algemene populatie. Volgens Zeeman et al. (2018) laten transpersonen een verminderd
mentaal welzijn zien vergeleken met lesbische en homoseksuele individuen. Dit resulteerde in
een hogere behoefte aan mentale gezondheidszorg bij deze transpersonen. De klinieken die
transzorg aanbieden hadden vervolgens lange wachtrijen die negatieve gevolgen hadden voor de
mentale staat van transpersonen. Nadat ze uiteindelijk de zorg aangeboden kregen, ervoeren
transpersonen nare ervaringen met zorgmedewerkers in transzorgklinieken, de mentale
gezondheidszorg en de algemene gezondheidszorg (Zeeman et al., 2018). Ook de onderzoeken
van Sherriff et al. (2019), Poteat et al. (2013) en Dubin et al. (2018) laten zien dat transpersonen
een hoger risico hebben op het ervaren van een verslechterde mentale gezondheid in vergelijking
met de algemene populatie. Paniek-, depressie-, suïcidale gedachten- en zelfbeschadigingscijfers
zijn in deze onderzoeken hoger bij transpersonen. Ook HIV is een groter risico bij de transgender
populatie. Transgender respondenten in het onderzoek van Jennings et al. (2019) hadden
tweemaal zoveek kans om een slechte of matige gezondheid te rapporteren dan cisgender
respondenten. Ook had ze tweemaal zoveel kans om een chronische ziekte te hebben en driemaal
zoveel kans om slechte hulpverlening te ontvangen. Slechtere gezondheidsresultaten worden
volgens Dubin et al. (2018) veroorzaakt en verergerd door sociaaleconomische ongelijkheden.
Denk hierbij aan meer armoede, hogere werkloosheidscijfers en discriminatie in wet- en
regelgeving in vergelijking met cisgender individuen.
Uit deze literatuur blijkt dat transgenderpersonen een hogere nood hebben aan gezondheidszorg
dan de algemene populatie, maar dat de geboden gezondheidszorg hen dusdanig discrimineert dat het ontwijken van de gezondheidszorg als een betere optie wordt gezien. Deze discriminatie
lijkt de ongelijkheid in de gezondheidszorg en welzijn in stand te houden.
Ongelijkheid voorkomen
Kortom, in de literatuur is naar voren gekomen dat transpersonen discriminatie ervaren in
de gezondheidszorg, dat zij over het algemeen een verslechterd welzijn laten zien tenopzichte
van niet-transpersonen en dus dat er ongelijkheid bestaat van transgenderpersonen in de
gezondheidszorg. In de literatuur worden ook enkele suggesties gedaan met betrekking tot het
voorkomen van discriminatie en daarmee ongelijkheid. Rodriguez et al. (2017) suggereren dat er
meer transpersonen in het medische werkveld als voorlichter voor hun collega’s kunnen fungeren
om meer bewustzijn en inclusie te stimuleren. Ook moet volgens deze auteurs het medische
curriculum aangepast worden om transpersonen mee te nemen in de lesstof bij medische
opleidingen. Tevens kan bewustzijn over transgenderpersonen ook aangescherpt worden onder
zorgmedewerkers door trainingen aan te bieden tijdens de medische loopbaan. In de eerdere
genoemde literatuur is het belang van bewustzijn naar voren gekomen, omdat dit vooroordelen
ten gevolge van gebrek aan informatie kan voorkomen. Zeeman et al. (2018) sluit zich bij
Rodriguez et al. (2017) aan en concludeert dat begrip en bewustzijn ten opzichte van
transgenderpersonen ervoor kan zorgen dat zorgverleners makkelijker het gesprek met hun
transpatiënten kunnen aangaan, waardoor het voor de patiënten makkelijker wordt om hun
medische zorgen en problemen te delen. Het onderzoek van Dubin et al. (2018) benoemt ook het
belang van voorlichting over transgerelateerde onderwerpen in de gezondheidszorg, maar
benadrukt dat dit niet moet blijven bij slechts één voorlichting, maar dat het moet worden
opgenomen in algemene en regelmatige voorlichtingen. Deze voorlichtingen moeten volgens hen zowel theorie over transgendergezondheid bevatten als het aanscherpen van klinische en sociale
vaardigheden richting transpersonen. Ook vinden de auteurs van dit onderzoek dat
transgendergezondheid onderscheiden moet worden van gezondheidskwesties rondom seksuele
geaardheid, omdat genderidentiteit los staat van kwesties met betrekking tot seksualiteit. Het
onderzoek van Jennings et al. (2019) laat een andere mogelijke oplossing zien om ongelijkheid
in de gezondheidszorg voor transpersonen te verminderen. Zij stellen dat onderzoek naar
transpersonen uitgebreid moet worden door vragenlijsten inclusiever te maken om een beter
beeld te krijgen van de zorggerelateerde behoeftes van transpersonen. Meer studies zoals die van
Kcomt (2018) en Sherriff et al. (2019) onderbouwen het standpunt dat betere voorlichting
omtrent transpersonen kan bijdragen aan minder ongelijkheid in de gezondheidszorg.
Conclusie en discussie
Deze literatuurreview is een overzicht van bestaande literatuur over de discriminatie die
transgenderpersonen ervaren in de gezondheidszorg. Ondanks de toename van
transgenderacceptatie in Nederland, bestaat er nog steeds veel transfobie. Zowel in de
samenleving als de gezondheidszorg zijn transgenderpersonen slachtoffer van discriminatie.
Transpersonen zijn een groep die tot op heden ondervertegenwoordigd is in onderzoek met als
gevolg dat er weinig kennis is over hoe discriminatie hun leven beïnvloed. De literatuur liet zien
dat de huidige gezondheidszorg heteronormatief is. Hierdoor vallen transgenderpersonen buiten
de norm en kunnen zij te maken krijgen met zorgverleners die niet over de benodigde kennis
beschikken die van belang zijn om transpersonen te behandelen. Zorgverleners kunnen hierdoor
ook vooroordelen met zich meebrengen als zij een transpatiënt behandelen. In sommige gevallen
moeten transpersonen zelf hun zorgverleners inlichten over de onderwerpen die hen aangaan en de zorg die zij nodig hebben. Ook kan discriminatie zorgen dat enkele zorgverleners weigeren
hun transpatiënten te helpen of zelfs fysiek geweld gebruiken. Deze discriminatie kan er voor
zorgen dat transpersonen geen medische hulp meer willen zoeken of elders hulp zoeken bij
ongekwalificeerde derde partijen. De literatuur liet duidelijk zien dat er een grote ongelijkheid is
in het welzijn van transgenderpersonen vergeleken met andere groepen en de algemene
populatie. Zo laten transpersonen hogere prevalentiecijfers zien van depressie, angst, suïcidale
gedachten, HIV en een algemeen verslechterde gezondheid. De literatuur laat duidelijke
implicaties zien over de ongelijkheid binnen de gezondheidszorg richting transpersonen. Het is
evident dat ongelijkheid voorkomen moet worden en dat dit mogelijk is door meer voorlichting
over transgenderonderwerpen te geven aan zorgmedewerkers. Er werd duidelijk dat voorlichting
zowel tijdens een medische opleiding als tijdens een medische loopbaan nodig is om de
gezondheidszorg een inclusievere en veiligere plek te maken voor transpersonen. Ook is er
volgens de literatuur nog steeds meer onderzoek nodig naar onderwerpen omtrent
transgenderpersonen en genderidentiteit, om de kennis over dit onderwerp uit te breiden.
De literatuur die in deze review is gebruikt lijkt met elkaar te overlappen in bevindingen
en conclusies. Dit geeft een duidelijk beeld van het probleem en de oorzaken en gevolgen ervan,
maar liet weinig ruimte over voor discussie in deze review. De verschillende studies die
besproken zijn, vulden elkaar goed aan en creëerden uiteindelijk een coherent verhaal die
zichzelf niet tegensprak. Wel is op te merken dat de literatuur over het algemeen van
internationale bronnen komt. Om een beter beeld te krijgen van de situatie in Nederland, kan er
beter gekeken worden naar Nederlandse studies die hetzelfde onderwerp onderzoeken. Bij
gebrek aan Nederlandse studies kan dit in empirisch vervolgonderzoek verder onderzocht
worden.
Zoals de literatuur al concludeerde, is onderzoek naar transgendergerelateerde
onderwerpen nog steeds van belang om kennis, begrip en acceptatie van transpersonen in
Nederland en de rest van de wereld uit te breiden. Met de ontwikkeling van de wetenschap en
daarmee de samenleving zal er uiteindelijk zicht komen op een veiligere en inclusievere
gezondheidszorg voor iedereen.
Literatuurlijst
American Psychological Association. (2023, June 6). Answers to your questions about
transgender people, gender identity, and gender expression.
https://www.apa.org/topics/lgbtq/transgender-people-gender-identity-gender-expression
Dubin, S., Nolan, I. T., Streed, C. G., Greene, R. E., Radix, A., & Morrison, S. D. (2018).
Transgender Health care: improving medical students and residents training and
awareness. Advances in medical education and practice, Volume 9, 377–391.
https://doi.org/10.2147/amep.s147183
Jennings, L., Barcelos, C., McWilliams, C., & Malecki, K. (2019). Inequalities in lesbian, gay,
bisexual, and transgender (LGBT) health and health care access and utilization in
Wisconsin. Preventive Medicine Reports, 14, 100864.
https://doi.org/10.1016/j.pmedr.2019.100864
Kcomt, L. (2018). Profound health-care discrimination experienced by transgender people:
Rapid Systematic review. Social Work in Health Care, 58(2), 201–219.
https://doi.org/10.1080/00981389.2018.1532941
Liethof, A. (2023, 1 oktober). “Wachtlijst transgenderzorg kost levens”, grote demonstratie voor
Radboudumc. Omroep Gelderland. Geraadpleegd op 23 oktober 2023, van
https://www.gld.nl/nieuws/8017697/wachtlijst-transgenderzorg-kost-levens-grote-demons
tratie-voor-radboudumc
NU.nl. (2023a, maart 13). Seksuele geaardheid maakt vanaf volgend jaar niet meer uit bij
bloeddonatie. NU.nl. Geraadpleegd op 21 oktober 2023, van
https://www.nu.nl/gezondheid/6255129/seksuele-geaardheid-maakt-vanaf-volgend-jaar-n
iet-meer-uit-bij-bloeddonatie.html
NU.nl. (2023b, juli 12). Nieuwe Miss Nederland Rikkie Kollé ontvangt doodsbedreigingen:
“Heel heftig”. NU.nl. Geraadpleegd op 27 oktober 2023, van
https://www.nu.nl/media/6271998/nieuwe-miss-nederland-rikkie-kolle-ontvangt-doodsbe
dreigingen-heel-heftig.html
Poteat, T., German, D., & Kerrigan, D. (2013). Managing Uncertainty: A Grounded Theory of
stigma in transgender health care encounters. Social Science & Medicine, 84, 22–29.
https://doi.org/10.1016/j.socscimed.2013.02.019
Rodriguez, A., Agardh, A., & Asamoah, B. O. (2017). Self-Reported Discrimination in
Health-Care Settings Based on Recognizability as Transgender: A Cross-Sectional Study
among Transgender U.S. Citizens. Archives of Sexual Behavior, 47(4), 973–985.
https://doi.org/10.1007/s10508-017-1028-z
Sherriff, N., Zeeman, L., McGlynn, N., Pinto, N., Hugendubel, K., Mirandola, M., Gios, L.,
Davis, R. J., Donisi, V., Farinella, F., Amaddeo, F., Costongs, C., & Browne, K. (2019).
Co‐producing knowledge of lesbian, gay, bisexual, trans and intersex (LGBTI)
health‐care inequalities via rapid reviews of grey literature in 27 EU member states.
Health Expectations, 22(4), 688–700. https://doi.org/10.1111/hex.12934
Transgender Netwerk Nederland. (2023a, september 5). Forse stijging van discriminatie tegen
transgender personen – transgender netwerk. Transgender Netwerk. Geraadpleegd op 27
oktober 2023, van
https://www.transgendernetwerk.nl/nieuws/forse-stijging-van-discriminatie-tegen-transge
nder-personen/#:~:text=Waren%20er%20in%202021%20nog,verdubbeld%3A%20van%
2021%20naar%2046.
Transgender Netwerk Nederland. (2023b, oktober 5). Cijfers – Transgender netwerk.
Transgender Netwerk. Geraadpleegd op 27 oktober 2023, van
https://www.transgendernetwerk.nl/thema/media/cijfers/#:~:text=De%20ondergrens%20d
ie%20het%20Sociaal,bij%20de%20geboorte%20werd%20geregistreerd.
Zeeman, L., Sherriff, N., Browne, K., McGlynn, N., Mirandola, M., Gios, L., Davis, R. J.,
Sanchez-Lambert, J., Aujean, S., Pinto, N., Farinella, F., Donisi, Niedźwiedzka-Stadnik,
M., Rosińska, M., Pierson, A., & Amaddeo, F. (2018). A review of lesbian, gay, bisexual,
trans and intersex (LGBTI) health and healthcare inequalities. European journal of public
health, 29(5), 974–980. https://doi.org/10.1093/eurpub/cky226