Authors: Evi Houweling, Esmee Koot & Anne van Mierlo
“Zo’n 700.000 Nederlanders hebben het sporten nog niet opgepakt na corona”, zo kopt NU.nl na aanleiding van het jaarlijkse rapport dat NOC*NSF uit 2022 over de belangrijkste trends en ontwikkelingen in sportdeelname. In maart 2020 ging Nederland op slot – sportscholen en sportclubs sloten en men werd geadviseerd om thuis te werken. Op 23 januari 2021 kwam hier nog eens een zeer beperkende maatregel bovenop – de avondklok. Als gevolg hiervan werden sportmogelijkheden gelimiteerd en gingen mensen een meer sedentaire levensstijl aanhouden. Dit bleek ook uit cijfers van het CBS, waarin een afname te zien was van 8.8% tussen maart 2020 en maart 2022 in het aantal Nederlanders boven de 12 jaar die voldeden aan de bewegingsnormen van het CBS. Naast de impact die corona heeft gehad op de sportmogelijkheden, zijn veel mensen geraakt door de financiële crisis tijdens de COVID-19 pandemie. Ook dit heeft ertoe geleid dat de fysieke activiteit van mensen tijdens de pandemie daalde. Waarom is dit een probleem? Lichamelijke inactiviteit verslechtert de gezondheid van de mens en heeft een potentieel negatief effect op de levensverwachting. Daarnaast kan volgens de cognitieve reserve hypothese, fysieke inactiviteit op jonge leeftijd een negatief gevolg hebben voor de cognitieve functies op latere leeftijd. Tot slot kan te weinig beweging ook leiden tot een toename in depressieve symptomen.
Dit alles laat de noodzaak zien voor initiatieven die fysieke activiteit stimuleren bij de Nederlandse bevolking boven de 12 jaar. Het bedrijfsleven heeft hier een oplossing voor bedacht: Trappers, een app en registratie-unit die bijhoudt hoe vaak mensen naar hun werk fietsen en daar vervolgens beloningen voor geeft. Dit initiatief kan worden ingezet door werkgevers om hun personeel aan te sporen om meer met de fiets naar werk te komen.
Theoretisch bewijs voor de werking van een positieve stimulans om mensen fietsend naar hun werk te laten gaan is beperkt. Wel is er onderzoek gedaan naar de effecten van beloning op gedragsverandering bij mensen. De theorie ‘operante conditionering’ stelt dat beloning helpt bij het aanleren en internaliseren van gedrag, terwijl straffen juist helpt bij het afleren van foutief gedrag. Ander onderzoek belicht het belang van de context waarin deze beloningen plaatsvinden – als deze context zich herhaald, is het aannemelijk dat mensen ook zonder beloning deze gedragsverandering vol kunnen houden. Dit suggereert dat als mensen na het aanleren van ‘fietsgedrag’ door beloningen opnieuw moeten kiezen voor een bepaald vervoermiddel voor hun woon-werkverkeer, de kans dat ze opnieuw kiezen voor de fiets groter is. Om te weten of een interventie effectief is in de praktijk, is naast theoretisch onderzoek ook empirisch bewijs nodig. Empirisch onderzoek naar financiële stimulansen voor fysieke activiteit toont gemengde resultaten. Een meta-analyse zag bij verschillende onderzoeken wel en geen significante verschillen tussen groepen die wel of geen stimulans kregen. Één studie zag dat mensen met een stimulans gemiddeld 63% van hun fitnessdoelen behaalden, terwijl de controlegroep slechts 5% hiervan behaalde. Sommige studies uit de meta-analyse hebben zich juist gericht op wandelen en vonden een positief effect van de financiële stimulans op fysieke activiteit. Eén studie toonde zelfs aan dat het sedentaire gedrag van de groep met de financiële stimulans significant daalde. Een ander onderzoek van de universiteit van Bristol suggereert dat naar je werk fietsen effectief is om je fitnessdoelen te behalen. Mensen die vier tot vijf keer per week met de fiets naar hun werk gingen, behaalden meer dan 80% van de wekelijkse fysieke activiteit alleen al hierdoor. Ook van de mensen die minder vaak, maar wel twee tot drie keer per week, met de fiets gingen, behaalde meer dan 40% hun vereiste fysieke activiteit door naar werk te fietsen.
Wij zien echter dat er twee problemen opspelen bij dit initiatief om lichamelijke activiteit te stimuleren. Ten eerste bedraagt de gemiddelde woon-werkafstand in Nederland 19 kilometer, wat voor mensen een barrière kan zijn om heen en weer naar hun werk te fietsen. Daarnaast is het zo dat dit initiatief zich vooral richt op werkende volwassenen en hierdoor een deel van de bevolking vergeet; namelijk de jongvolwassenen die nog studeren en geen fulltime baan hebben. Zoals al eerder beschreven is het volgens de ‘cognitieve reserve theorie’ juist op jonge leeftijd cruciaal dat men voldoende beweegt, omdat dit op latere leeftijd ertoe kan leiden dat de cognitieve functies van mensen minder vroeg achteruitgaan. Daarom is het van uiterst belang dat juist ook jonge mensen (financieel) worden gestimuleerd om fysieke activiteit te vergroten. Ouders zijn financieel verantwoordelijk voor hun kind tot het kind 21 jaar is. Tot die leeftijd zouden werkende ouders met dit initiatief de beloningen die zij zelf ontvangen door met de fiets naar hun werk te gaan, ook kunnen gebruiken om sportmogelijkheden voor hun kinderen kunnen betalen. Echter, 32% van de studenten krijgt geen bijdrage meer van hun ouders en moet alles zelf betalen, waardoor er misschien eerder wordt gekozen om het geld dat ze hebben aan boodschappen uit te geven dan aan een sportabonnement.
Om fysieke activiteit nog beter te stimuleren voor de Nederlandse bevolking boven de 12 jaar, zou er allereerst meer onderzoek plaats kunnen vinden die evalueert hoe groot de beloning zou moeten zijn zodat mensen dit extra geld ook echt aan sportmogelijkheden uit geven. Daarnaast zou dit initiatief ook uitgebreid kunnen worden naar universiteiten, HBO’s en MBO’s om zo ook de student financieel gezien hierin iets meer te ondersteunen en fysieke activiteit te verhogen. Tijdens de COVID-19 pandemie is de fysieke activiteit van veel Nederlanders gedaald, mede door de beperkte sportmogelijkheden en de financiële crisis. Dit heeft negatieve gevolgen voor de gezondheid, levensverwachting en cognitieve functies op latere leeftijd van mensen. Ook na de pandemie hebben velen het sporten nog niet opgepakt. Het bedrijfsinitiatief Trappers, dat beloningen geeft voor fietsen naar het werk, kan een oplossing bieden. Hoewel theoretisch bewijs beperkt is, heeft empirisch onderzoek aangetoond dat financiële stimulansen de fysieke activiteit kunnen verhogen. Het initiatief zou echter moeten worden uitgebreid naar andere doelgroepen, zoals studenten, en er moet meer onderzoek worden gedaan naar de optimale beloningen om deelname te bevorderen.